Sri Lanka – Augustus 2012

Hoi allemaal!!

Hoop dat alles goed gaat met iedereen en dat jullie al veel zin hebben in de kerstdagen.
Hier gaat alles goed. Ik ben vergeten mijn Sri Lanka update te plaatsen, maar gelukkig zijn er genoeg mensen die mij hier aan herinneren. Dus..hier komt ie 🙂

Nadat ik in Bali was geweest dacht ik: zal ik naar Australie gaan? Maar..de tickets waren best duur (400 dollar voor een enkele reis) dat ik het maar even had uitgesteld. Dus, de website van AirAsia geopend en gekeken naar welke landen ze allemaal vlogen. Al snel kwam ik uit op Sri Lanka. Voor een retourtje Kuala Lumpur (daar is ie weer 🙂 ) – Sri Lanka was ik 150 dollar kwijt. Geboekt en direct mijn visum geregeld. Ook al een ticket naar Australie geboekt op 22 augustus. Ik had net geluk, want ze hadden een aanbieding en nu was een enkele reis naar Melbourne maar 160 dollar. Het is in augustus nog erg koud in Australie, dus een extra reden om eens een bezoekje te brengen aan Sri Lanka.

Eenmaal aangekomen op Colombo Airport hebben we een taxi gepakt richting de stad.
We hadden uiteraard geen hostel geboekt en dus even snel iets opgezocht op internet. Helaas deed daar niemand open en vroegen we de taxichauffeur of hij iets anders wist. Dat wist hij wel en uiteindelijk hebben we overnacht bij een oud stel dat wat kamers over had. Het was nog een hele onderhandeling met de taxichaffeur, want die vroeg om flink wat meer geld. Ik heb hem even serieus aangestaard en uiteindelijk hebben we 50-50 gedaan. Ze staren daar flink. Het is eigenlijk een soort survival of the strongest..degene die als eerste wegkijkt heeft verloren.

In Colombo was het erg warm. Zo’n 45 graden en geen wind. Ik merkte hier al snel dat het weer een groot cultuurverschil was met de andere Aziatische landen waar ik was geweest. Ik was hier toch wel meer een attractie en mensen zijn ook een stuk nieuwsgieriger.

In Colombo zijn we 2 nachten gebleven en hebben we van daaruit een treinticket geboekt richting Kandy. Op het station ontmoeten we een hele vriendelijke man die een hotel heeft in Kandy. Er waren eigenlijk geen plaatsen meer beschikbaar, maar uiteindelijk heeft hij nog 2 treintickets in de panorama coupe kunnen regelen en heeft hij voor ons een kamer geboekt in zijn hotel. Normaal gesproken hoef je niets vooraf te boeken, maar toen wij er waren vond het grootste festival van Kandy plaats, namelijk Esala Perahera (the festival of the tooth).

Na de meest fantastische 6 uur durende treinreis uit mijn leven, zijn we aangekomen in Kandy en stond Ravi al klaar om ons richting het hotel te brengen. Daar hebben we eerst lekker een jaffle (tosti) op en toen zijn we richting de stad gegaan waar iedereen zich flink aan het voorbereiden was op het festival.

Het is een boeddhistisch festival waarin er veel mensen dansen en waar je veel olifanten ziet. Er zijn Kandian manieren van dansen, maar ook andere culturele dansen die ze uitvoeren. De olifanten zijn meestal versierd met weelderige kleding en lampjes. Het festival eindigt met de traditionele ceromonie aan het water.

Wat achtergrond informatie over het festival
Het festival begint met de Kap Situveema of Kappa, waarin een jonge Jackfruit boom (erg lekker overigens als je een typisch Sri Lankees gerecht wilt maken!) wordt gesneden en geplant van elk van de vier Devales (tempels) gewijd aan de vier voogd goden Natha, Vishnu, Katharagama en de godin Pattini. Traditioneel was dit bedoeld om de koning en het volk te zegenen.

Op de laatste avond (in totaal duurt het 6 dagen!) gaat de relikwie van de tand in een met goud versierde tulp en deze zetten ze op de rug van de olifant. Voor de stoet met olifanten zijn er wederom de dansers, vuurspuwers, en mannen die met zwepen op de grond slaan. Deze worden gevolgd door de boeddhistische vaandeldragers.

Je moet nagaan dat mensen hiervoor ‘s morgens vroeg al om 10:00 uur langs de kant van de weg gaan zitten om een plekje te hebben. Wij zijn 2 avonden geweest. De eerste avond zaten we tussen de lokale bevolking die dit maar al te grappig en interessant vond. De tweede avond hebben de afgesproken met Michael en zijn zoon Coltrane (Michael is een producer uit Londen en heeft onder andere Daft Punk ontdekt en beroemd gemaakt). We hadden kaartjes gekocht, zodat we op een plastic stoeltje bij iemand in de winkel konden zitten. Op een gegeven moment kwam de eigenaar vertellen dat we ‘even’ weg moesten, want de politie kwam belastinggeld innen van de toeristen en dat wilde deze man ons graag besparen. Uiteindelijk werd ‘even’ anderhalf uur wachten tussen de dozen gedroogde vis. Haha! Maar..we hebben ons prima vermaakt.


Het begon om 19:30 uur en was om 23:00 uur afgelopen. Een hele zit dus, maar aan het einde van de avond waren we helemaal opgenomen in de familie en zijn we, nadat we elkaar een dikke knuffel hadden gegeven (en ik de mannen een hand), naar huis gegaan. Wat ook een avontuur was om met z’n vieren in een tuk-tuk te passen 🙂

Kandy is verder een leuke plek om lekker te wandelen (wel goede schoenen mee nemen, want het is wel bergje op – bergje af).

We zijn 6 dagen in Kandy gebleven en uiteindelijk besloten om met Ravi op pad te gaan. Ravi werkt in het hotel en is eigenlijk een manusje van alles, maar vooral een vriendelijke man. Hij heeft ons richting Trincomalee gebracht, maar tussendoor zijn we nog op verschillende plaatsen gestopt.

Vanuit Kandy zijn we naar de oude koningsstad, Polonnaruwa, gereden waar je  met de vele tempels en uit rots gehakte boeddhabeelden kunt zien. We hebben een kaartje gekocht om door het museum te lopen, maar eigenlijk is het leuker om door het park te gaan. Wat echt gi-gan-tisch is! We hebben Ravi gevraagd om ons de highlights te laten zien, want ja..laten we wel wezen: je hoeft niet alle tempels te zien, want uiteindelijk zie je het verschil niet meer.
Vanuit Polonnaruwa zijn we richting Dambulla gereden en hebben we daar overnacht. ‘s Avonds nog even een borrel gedaan bij de familie van Ravi. Die vonden het fantastisch dat wij daar even langs kwamen. Foto’s maken, vragen stellen en we werden al uitgenodigd om de volgende keer daar te blijven slapen. Super lief!
De volgende ochtend zouden we de rots in Sigiriya beklimmen, maar omdat we de 30 dollar te veel vonden dit uiteindelijk niet gedaan. Waar ik nu overigens wel spijt van heb, want dit is blijkbaar echt de moeite waard. 🙁

Vanuit Sigiriya zijn we richting Trincomalee gereden. Onderweg hebben we nog wilde olifanten gezien, wat echt super gaaf was. Je ziet onderweg richting het noordoosten nog heel veel controle punten en ook soms nog wel wat politie agenten met flinke machine geweren. Het is overigens geheel veilig om door Sri Lanka te reizen. Je kunt overal zonder enig probleem komen en de mensen zijn er ontzettend gastvrij en hulpvaardig.

In Trincomalee zijn we uiteindelijk bij een oud stel gebleven wat ook 2 kamers in de verhuur had. Ideaal. 5 minuutjes lopen vanaf het strand, ontzettend lekker eten en..ze hadden konijnen, kippen en puppies waar ik me ook goed mee heb vermaakt 🙂

In Trincomalee hebben we lekker drie dagen aan het strand gelegen. Er zijn hier (nog) weinig toeristen en dus hadden we het strand bijna voor ons alleen.

Vanuit Trincomalee hebben we de bus gepakt richting Kandy. Het plan was om daar direct de trein te pakken richting Ella, maar uiteindelijk hadden we net de trein gemist en zijn we nog 1 nacht in Kandy gebleven.

De volgende dag hebben we om 9 uur de trein gepakt. Dit zou een treinreis worden van 6 uur, maar uiteindelijk werd dit 8,5 uur. Toen we de trein in gingen met ons kaartje, kwamen we er al snel achter dat het kaartje niet veel voorstelde. Iedereen stond al en alle plekken waren bezet, maar..er waren een aantal mensen zo lief om ruimte voor ons te maken en uiteindelijk zaten we met 9 mensen op 2 bankjes 🙂 Ik zat met 2 volwassen vrouwen en 3 kinderen. Uiteindelijk gingen de kinderen ook over en weer.
Voor mij was het erg makkelijk om contact te maken met vrouwen. Mannen staren vooral, maar vrouwen zijn heel erg nieuwsgierig. Tijdens de reis werd mijn hoofd regelmatig gemasseerd, werd er met mijn haar gespeeld, wilden ze toch even weten hoe mijn blanke huid voelt en was het geen probleem dat ik mijn hoofd uteindelijk op de schouder van mijn buurvrouw legde en lekker in slaap viel. 😀

Ook deze treinreis was ook weer meer dan de moeite waard. Wat een uitzicht! Bergen, theeplantages, dorpen..simpelweg adembenemend!

Bij het station in Ella stond een man die ons aansprak en vroeg of wij in zijn Bed & Breakfast wilde verblijven. Eerst maar even kijken of het wat was. Nou..daar hoefde we niet over na te denken! Een luxe kamer met onze eigen badkamer (inclusief massagestran in de douche). De andere kamer had zelfs een jacuzzi, maar deze was helaas al bezet.

In Ella hebben we vooral heel veel gewandeld. Ella zelf is een heel klein dorpje, Je ziet er moestuinen, theeplantages en heel veel bossen. We hebben hier Ella ock beklmmen. We hebben de spoorlijn gevolgd (wat super leuk is om te doen, want je ziet daar de boertjes aan het werk) en zijn vanaf een zijpad begonnen aan de klim. Flink gehijg en gepuf om daar met 40 graden naar boven te klimmen kan ik je vertellen. (Of zou het mijn conditie zijn?! 😉 ) Eenmaal aangekomen op de top was het uitzicht wederom schitterend! Verder hebben we ook nog de brug met de 9 bogen bezocht en verder hebben we veel rondgelopen/verdwaald. Want uiteindelijk zie je toch het meest als je niet weet waar je naartoe gaat 🙂

Vanuit Ella hebben we de bus gepakt richting Tissamaharama in het zuiden. Dit was wel een spannende busreis moet ik zeggen. Je gaat een heel stuk door de bergen en de wegen zijn op sommige stukken best smal. Heb af en toe maar naar een lieve baby gekeken in plaats van naar het ravijn aan de andere kant 🙂

Het openbaar vervoer is sowieso een avontuur. Ze hebben overal plaatjes van Goden hangen en je hoort altijd muziek. Al staat er geen muziek aan, dan maken ze wel muziek. Bij een bushalte komen er mannen en vrouwen naar binnen die eten/drinken verkopen of er staat iemand met een handicap in het gangpad een verhaal te vertellen, waarna iedereen die persoon wel iets in de handen drukt. Want ja..karma

Er is weinig te doen in Tissamaharama, maar we zijn daar om naar het Yala National Park te gaan. Vanuit hier hebben we een tour geboekt (ja..dat is nummer 2 van dit jaar) richting het park in een 4×4. ‘s morgens om 05:00 uur vertrekken we en die dag zien we krokodillen, olifanten, een luipaard, heeeeel veel vogels, buffels, etc. gezien. Het park is 978 m2 groot en ze moeten best wat moeite doen om je iets te laten zien. Het is zeker geen Afrika, maar uiteindelijk hebben we wel een leuk dagje gehad.

De laatste dagen Sri Lanka zaten er aan te komen en deze hebben we deze doorgebracht aan Mirissa beach. Er zijn heel veel mooie stranden in het Zuiden, maar in Mirissa gaan het opkomend toerisme en de lokale bevolking goed samen.

Hier hebben we ook weer een hostel gevonden bij mensen die een paar kamers hadden wat meer dan prima was. Zij hebben ons nog wat rondgereden en de vissers laten zien die hier vissen terwijl ze op een paal in het water zitten.
Na de 2e Wereldoorlog waren er heel veel vissers, maar was er niet genoeg ruimte door alle rotsen. Vandaar dat ze op het idee kwamen om palen tussen de rotsen te plaatsen. Erg bijzonder om te zien, ook al lijkt het mij niet heel comfortabel.

Nadat we een aantal heerlijke dagen strand achter de rug hadden was het tijd om richting Colombo terug te gaan en gedag te zeggen tegen Sri Lanka.

Veel mensen hebben mij gevraagd wat tot dusver mijn meest favoriete bestemming is en ik moet zeggen dat ik Sri Lanka (op dit moment) wel op gedeelde 1ste plek met Indonesie heb staan. Het toerisme is hier nog niet echt doorgedrongen, maar ik ben bang dat het dit wel in de komende jaren zal doen. De mensen zijn ontzettend vriendelijk, gastvrij en hulpvaardig dat je het in het begin bijna niet kan geloven. Natuurlijk, de mannen staren wel maar ze blijven beleefd. En het is geen probleem om gewoon lekker in je bikini op het strand te ligen. De natuur is adembenemd mooi. Veel cultuur. Het openbaar vervoer is goed geregeld en de meeste wegen zijn prima begaanbaar.
Voor mij zeker een land om nog een keer te bezoeken, maar dan..op de motor 🙂

Nou, ik hoop dat mijn verhaal jullie heeft doen besluiten een reis te boeken naar Sri Lanka. De beste periode is denk ik wel juli/augustus. Dan zijn er ook veel festivals en krijg je ook een beter beeld waar Sri Lanka precies voor staat.

Ik hoor het wel als iemand nog tips wilt 😉

Dikke kus voor jullie allemaal!!

Bali (Juli 2012)

Niet netjes, ik weet het. Maar ik ga nu de Bali en Sri Lanka updates plaatsen
🙂 Beetje laat, maar wel weer genoeg te vertellen.

Bali was voor mij een beetje thuis komen. Zeven jaar geleden ben ik naar Bali
geweest en sindsdien mijn favoriete vakantieland. Ik was erg benieuwd hoe het
er na zeven jaar zou zijn.

Van Ho Chi Minh vloog ik op 15 juni naar Kuala Lumpur. Ik moest vier uur op het
vliegveld wachten voordat mijn vlucht richting Denpasar – Bali zou vertrekken.
Ik was alleen even vergeten dat er weer tijdsverschil was. Het was dat mijn
vader vroeg over Skype (peggy.tuinstra – ’s hertogenbosch) hoe laat het was en
daardoor realiseerde dat mijn vlucht over 15 minuten zou vertrekken, want
anders had ik waarschijnlijk mijn vlucht gemist.

Op 15 juni om 21:00 uur ’s avonds kwam ik aan in Denpasar. Hans, een vriend van
mij, had mij aangeraden contact te zoeken met Surfer Cave. Een bed &
breakfast in Jimbaran, een plek gelegen in het zuiden van Bali. De eigenaar,
Jon, en zijn dochter en zoon (Charity en Michael) kwamen mij ophalen van het
vliegveld en vanaf dat moment voelde ik alweer de rust die Bali mij zeven jaar
geleden ook gaf.

Surfer Cave ligt om ongeveer 25 minuten rijden vanaf het vliegveld en bij
aankomst stond Jon’s vrouw, Diana, mij al op te wachten. Nadat ik mijn tassen
in mijn eigen bungalow had gezet kwam al snel de vraag: Wil je iets eten? Ik
bestelde een nasi goreng. Jammie! Wat een heerlijk eten! Diana maakt heerlijke
gerechten klaar. Zo lekker dat je kunt blijven eten. Ik was eigenlijk van plan
om vroeg naar bed te gaan na een lange dag reizen, maar uiteindelijk nog tot
01:00 uur met Jon over van alles en nog wat gekletst in de buitenwoonkamer.


De volgende dag lekker uitgeslapen en daarna met Charity rondgereden en naar
Balangan strand geweest. Daar zijn heel veel surfers die gigantische golven
trotseren. Erg leuk om een middagje naar te kijken.

’s Avonds kwam Leatitia eten. Een meisje uit Belgie die 6 maanden in Sydney
heeft gewerkt en nu 2,5 week op vakantie was in Bali. De volgende dag ben ik
samen met haar naar Tanah Lot tempel geweest. Dit was zo’n 65 km vanaf Jimbaran op de scooter en dat door het drukke verkeer van Kuta en Denpasar. Het was een
uitdaging, maar de life saver (toeter) heeft ons er doorheen geholpen 🙂 Het
klikt erg goed tussen mij en Leatitia die nu een maandje nog langs de oostkust
van Australie aan het reizen is. Haar plan is om ook in Melbourne te gaan
werken, dus misschien zie ik haar daar weer over een paar weken.

Op 20 juni was ik jarig. Had eigenlijk niet meer verwacht dan wat berichtjes op
Facebook en smsjes, maar toen ik wakker werd begon de hele familie, een Deense
jongen en Australisch meisje meteen Happy birthday te zingen. Ze hadden
balonnen opgehangen en een stoel versierd. Toen ik in de stoel ging zitten
volgde en Indonesisch gebruik: er werd bloem over me heen gegooid. Normaal
gesproken volgen de eieren, maar de dag daarvoor was ik naar de kapper geweest
(overigens, een knipbeurt, wassen en drogen kost hier 3 euro!) en Diana had
gezegd dat mijn nieuwe kapsel dat niet verdiende. Haha! Lucky me. Diana had een
heerlijke regenboogtaart gemaakt en ’s avonds hebben we met z’n allen een
borrel gedronken op mijn 28ste verjaardag.

De volgende dag kwamen er twee meiden uit Frankrijk en samen met hen en Charity zijn we naar Dreamland, Uluwatu en Uluwatu tempel geweest. Uluwatu beach is
waar een scene uit de film Eat, Love, Pray is opgenomen. Alleen in de film
lijkt het op een afgelegen strandje, maar in het echt is het super druk met
toeristen en beginnende surfers.

Uluwatu tempel was erg mooi om te zien. Ook al waren er veel apen, waar ik niet
echt fan van ben. Charity was zo slim om een stok mee te nemen. Je zag veel
mensen van wie de zonnebrillen werden gestolen, maar gelukkige beschermde
Charity ons daarvan.

Zoals ik in mijn laatste blog vertelde was Ed naar Cambodja gegaan na Vietnam,
maar op mijn verjaardag had hij mij een mailtje gestuurd waarin hij vertelde
ook naar Bali te willen komen. Ik had al tegen hem gezegd dat je Cambodja in 10
dagen wel gezien hebt en dat was dus ook waar.
Op 25 juni zijn Jon, Michael en ik Ed op wezen halen van het vliegveld
en zijn we vanaf toen weer verder samen gaan reizen

Onderweg naar Ubud zijn we nog gestopt bij de Holland Bakery, want..daar kun je stroopwafels kopen! Helaas, waren ze er niet toen wij natuurlijk net kwamen, maar daarna hebben we nog wel Verkade speculaas gevonden. En daar heb ik zeker van genoten 🙂 In Ubud zijn veel kunstenaars, muziekanten en mensen die yoga willen beoefenen. Er hangt een hele relaxte sfeer. Het is wel erg toeristsch geworden, maar op de een of andere manier is dat allemaal wel in balans.

In Ubud kun je ook goed shoppen voor souveniertjes of kleding. Je hebt hier ook
een markt waar we over heen zijn gaan struinen. Alleen een broek gekocht
waarvan ik nog steeds niet zeker weet hoe ik ‘em moet dragen 😉 en wat
wierrookstokjes. Je kunt hier echt van alles kopen en zeker als je vroeg gaat,
dan kun je goed onderhandelen over de prijs. Ze geloven namelijk dat als ze in
de ochtend goed verkopen ze in de middag nog meer zullen verkopen. Als je het
geld geeft, dan zegenen ze de spullen ook met het biljet dat je hebt gegeven.

In Ubud zijn we naar ARMA museum geweest. Het is eigenlijk meer een mix van museum, resort, houtbewerking en botanische tuin. Het was echt super mooi hier.  Toen wij er waren werd er ook Balinese dansles gegeven aan jonge kinderen. Erg leuk om te zien hoe die kleintjes hun lichaam kunnen bewegen en hoe ze hun ogen bewegen tijdens de dans.

Op vrijdag hebben we een scooter gehuurd en zijn we naar Mount Batur gereden.
Onderweg werden we nog aangehouden door de politie. Jon had al gezegd: niet
bang zijn voor de politie. Je hebt geen rijbewijs nodig om te rijden, maar
benzine! 🙂 De politieagent maakte zelf het verhaal. ‘Omdat jullie op
huwelijksreis zijn wil ik jullie helpen. Dus..hoe kunnen we dit oplossen.’
Haha! Jon had gezegd: niet meer dan 50.000 roepies geven. Maar de politieagent
was zo slim om te zeggen dat ze wel met z’n 2en waren. Dus uiteindelijk 100.000
roepies lichter en we konden weer doorrijden.

Het uizicht bij de vulkaan is echt schittered. Toen ik er 7 jaar geleden was,
was er maar 1 restaurantje. Inmiddels zijn dit er wel iets meer geworden, maar
het uitzicht was nog steeds bijzonder mooi. Daarna zijn we met de scooter
richting Kintamani gereden. Hier ligt een van de grootste tempels van Bali. Met
een sarong mochten we de tempel in en zijn we daar rond gaan lopen. Er waren
wat mannen kippen aan het slachten voor een offer dat ze gingen maken met volle
maan.  Niet erg smakelijk in 35 graden, maar was wel leuk om met die mensen te kletsen en te horen waarom ze dit deden.

Toen we de scooter weer gingen halen nadat we wat hadden gegeten, zei een man ineens: je hebt een lekke achterband! Gelukkig (of was het toeval?!) zat er 100
meter verder een kleine garage. De man wilde ons eerst een nieuwe band
aansmeren, maar ik heb hem maar even uitgelegd dat hij de band makkelijk kon
plakken of er een prop in kon schieten. Na 5 euro! te hebben betaald konden we
weer verder rijden.

Na 4 dagen in Ubud te hebben doorgebracht is  Jon ons in Ubud op wezen halen en heeft ons naar Padangbai gebracht. Hier hebben we de ferry naar Gili Trawangan gepakt. Gili Trawangan is het eerste eiland tussen Bali en Lombok waar veel toeristen heen gaan. Er zijn op geen van de Gili eilanden auto’s, motoren of scooters te zien, omdat er geen verharde wegen zijn. Het zijn dus allemaal zandwegen.

We hebben hier een fiets gehuurd om het eiland mee rond te gaan, maar het was
meer wandelen met de fiets in de hand. Haha! Het begin waar de restaurantjes
zitten is het zand wat compacter en sproeien ze het de hele tijd, maar daarna
is het gewoon los zijn. Dus dat werkte niet echt.

Een paar dagen hebben we op Trawangan gerelaxted en genoten van wat Westers
eten en toen hebben we een bootje gepakt naar Gili Meno. De Franse meiden die
ik in Jimbaran had ontmoet raadde mij een guesthouse aan op Gili Meno, genaamd Coral Blue. Wat een fantastische plek was dat! Een bungalow aan de zee. Dus
iedere ochtend wakker worden door het geluid van de golven. Op Gili Meno zijn
we met een visserman gaan snorkelen en heb ik gezwommen met zeeschildpadden. Wow! Wat fantastisch was dat! Dit was wel een van de hoogtepunten van mijn reis. Die beesten zijn echt gigantantisch groot en je kunt echt met ze mee zwemmen. Op
Gili Meno hebben ze een schildpadden rescue centre waar ze de eieren van de
schildpadden bewaken, de jonge schildpadden verzorgen, totdat ze oud en sterk
genoeg zijn om de zee in te gaan.

Verder hebben we een rondje om het eiland gelopen. Iets wat je na 1,5 uur ook
wel gezien hebt, maar..toch wat weer even lekker actief geweest.

Na Gili Meno zijn we met de boot naar Gili Air gegaan. Er zijn veel restaurantjes, hostels en guesthouses te vinden, waardoor je dus ook zou verwachten dat er meer  toeristen zijn. Maar veel mensen slaan Gili Air over en gaan van Gili Meno terug naar het vaste land van Bali of naar Lombok. De sfeer op Gili Air was erg fijn. Persoonlijk vond ik het er een stuk relaxter dan Gili Trawangan. Hier hebben we niet veel gedaan, behalve dan op het strand liggen en genieten.

Van Gili Air hebben we de ferry terug gepakt naar Padangbai. Eerst moesten we
naar het vaste land van Lombok om te tanken en toen gingen we de zee op. De
golven waren echt gigantisch en dat vond Peggy wederom niet zo leuk. Zeker niet
toen er een grote golf op het achterdek sloeg en er veel water binnen kwam en
mensen begonnen te gillen. De enige persoon die daarna nog een paar keer moest
gillen..wel..dat raden jullie wel :-/ Peggy was niet blij.

In Padangbai kwam de hele familie van Jon ons weer ophalen en hebben zij ons
naar Sanur gebracht. Na de eerste boottrip had ik geen trek in nog een boottrip
en dus zijn we een nachtje in Sanur gebleven. Sanur gaf mij een totaal ander
gevoel dan alle andere plekken waar we zijn geweest in Bali. Het voelt niet
echt Balinees aan op de een of andere manier, maar voor een nachtje was het
prima.

De volgende dag hebben we ’s morgens om 9 uur de boot gepakt naar Nusa Lembongan. Er waren toen bijna geen volgen, dus het was goed te doen dit keer. We werden gedropt op het Jungutbatu strand. Op het strand werden we aangesproken door een jongen voor een plek om te slapen en zijn hem gevolgd. Top kamer, voor weinig geld en..inclusief ontbijt. We zijn vijf dagen op Nusa Lembongan gebleven en lekker rondgereden op de scooter, genoten van de stranden en de golven!

We zijn op Nusa Lembongan ook nog een dagje wezen snorkelen. Niet mee zeeschildpadden dit keer, maar wel met heel veel andere kleurrijke vissen. Waren wel veel kleine kwalletjes, dus je voelde iedere keer kleine speldenprikjes over je hele lichaam heen. Ook hebben we nog een tour gedaan door de mangrove. Was gewoon even lekker relaxt in een bootje zitten voor een half uurtje.

We hebben zo ontzettend genoten bij Jon, Diana en de kinderen dat we de laatste
2 dagen hier ook nog hebben doorgebracht. Nog even genieten van het
fantastische eten van Diana, de Balinese wijsheden van Jon en de gezellgheid
van de kinderen. Mocht iemand een keer naar Bali gaan..verblijf hier, want zij
maken de Bali ervaring compleet!

Dikke kus,
Peggy

Vietnam (juni 2012)

Beetje raar om dit nu nog te posten, want ben inmiddels aan het einde van mijn anderhalve maand durende trip door Indonesie, maar hier alsnog de update van Vietnam.

Na een 28 uur durende busrit van Vientienne (Laos) eindelijk aangekomen in
Hanoi. Na een maand rust te hebben gehad in Laos, was Hanoi enigzins een shock.
Zoveel scooters, tuk tuks, mensen die je van alles proberen te verkopen, was de
rust daar ver te zoeken.

We hebben een Australisch en Engels stel, een Zwitser en een Engelsman in de
bus ontmoet en hebben daar veel gezellige avonden mee gehad. Een biertje in
Hanoi kost slechts 35 eurocent, dus die wilden er wel in 🙂

Hanoi is een grote stad, maar wel overzichtelijk. De highlights (War Museum, Ho
Chi Minh Mausoleum, het park) hebben we gezien en verder hebben we lekker door
de stad gestruind. Juist de straatjes waar normaal gesproken geen touristen
komen waren erg leuk. De mensen daar vonden ons erg interessant (op een goede
manier) en proberen een gesprek  aan te knopen. Ook al spreken ze geen Engels

Na een paar dagen in Hanoi te hebben doorgebracht hebben we een 3 daagse reis
geboekt naar Halong Bay. Ja..een georganiseerde reis. Dat was de eerste in 6
maanden tijd en daarna ook de laatste. Het keyword was ‘ hurry, hurry’! en dat
was ik niet meer gewend. Haha! De eerste dag hebben we doorgebracht op de boot
en zijn we wezen kanoen en hebben we een bezoek gebracht aan een grot. De
tourguide zag van alles in de rotsen (ijsje, schildpad, vis), maar dat was voor
de meeste van ons toch wel ver te zoeken. ’s Avonds heerlijk gegeten op de boot
en zat ik aan tafel met 4 dove mensen. Via berichtjes op onze telefoons, die
dan de tafel rond ging, en met hand-en voetwerk een heel leuk gesprek met ze
gehad.

Doordat de boot eigenlijk vol was geboekt zaten we de eerste dag op een andere
boot en moesten we de volgende dag om half 6 opstaan om naar een andere boot te
gaan. Dit ging weliswaar op z’n Vietnamees. We werden eerst naar een andere
boot gebracht. Hebben daar 1,5 uur Micheal Jackson videoclips gekeken, toen
weer naar een andere boot gebracht waar iedereen zat te ontbijten en
uiteindelijk, na in totaal 4 uur te hebben gewacht werden we naar de andere
boot gebracht.

De boot bracht ons naar een eilandje waar we met een bus naar een andere haven
werden gebracht. Vanaf hier zijn we richting Monkey Island gevaren en hebben we
daar een nacht doorgebracht, wat echt schitterend was! (ook al was de gids hier
in paniek als iemand 2 minuten te laat kwam voor het eten). Jammer genoeg was
het erg slecht weer en konden we geen trekking meer doen over het eiland, dus
was het tijd om te chillen. En daar ben ik heel goed in geworden 🙂

De volgende dag zijn we terug gevaren naar Halong Bay en bracht de bus ons weer
terug naar Hanoi. Hier hebben we een hop on- hop off busticket geboekt en zijn
we de volgende dag richting Hue gegaan.
Dit is de voormalige hoofdstad van Vietnam en heeft een hele mooie
citadel in het midden van de stad waar we de middag hebben rondgelopen. Verder
is er niet heel veel te doen in Hue, dus zijn we de volgende dag verder gegaan
naar Hoi An.

Hoi An, mijn favoriete plek in Vietnam. Een heel idilisch dorpje wat erg knus
aanvoelt. Hoi An staat bekend om het laten maken van kleding en dat heb ik dus
ook gedaan. Ik heb een jurk, een pak en schoenen laten maken voor weinig geld.
Het plan is om in Australie te gaan werken, dus heb alles opgestuurd naar een
oud reisgenootje die nu tijdelijk in Melbourne woont.



In Hoi An hebben we fietsen gehuurd om de omgeving verder te verkennen en hebben
we de dagen op het strand doorgebracht. Het is daar verder erg rustig, dus soms hadden we het hele strand voor onszelf. Opeens kwam er dan weer een oud vrouwtje opduiken die fruit verkocht en vervolgens gezellig een uur naast je kwam zitten.

Na 5 dagen zijn we verder gegaan met de bus richting Nha Trang. Overigens, deze
busritten zijn allemaal ’s nachts en duren gemiddeld zo’n 12 uur! Om 5 uur ’s
morgens kwamen we aan en ik was erg verbaasd over wat ik zag. Er waren
honderden mensen aan het zwemmen! Het strand was drukker om 5 uur ’s morgens
dan de rest van de dag. Het water is dan erg rustig, dus veel gaan daar zwemmen
of je ziet mensen hardlopen, ochtendgymnastiek of iets anders sportiefs doen.

Nha Trang leek wel te zijn overgenomen door de Russen en buiten een
attractiepark is er verder niet heel veel te doen. Dus…zijn we naar het
attractiepark gegaan. Het eerste gedeelte vond ik minder, want we moesten met
de kabelbaan over het water richting het attractiepark, Vinpearl. Vinpearl ligt
op een eilandje tegenover Nha Trang. Je kunt er ook heen met de boot, maar dit
was goedkoper en sneller.

Achtbanen, 3D cinema, vliegend schip, glijbanen, videospelletjes (waar ik nog
even een MotoGP spel heb gespeeld :D), een schitterend aquarium..alles was er
en dus genoeg voor een dag met veel lol.

De volgende stop was Mui Ne. Mui Ne heeft een 16 km lang strand waar alle
restaurantjes en hostel / hotels aan grenzen. We hebben hier ingechecked in
Rang Garden hotel en hebben daar een scooter gehuurd. In de buurt van Mui Ne
hebben ze de rode en witte zandduinen die echt gigantisch zijn. Je hebt het
gevoel alsof je in de woestijn bent. Bij de rode zandduinen waren een aantal
kinderen die proberen een board te verhuren om mee de duinen af te glijden. Dit
hebben we gedaan en was erg leuk. Ook al zat ik echt van top tot teen onder het
zand.

Verder is de omgeving in Mui Ne heel mooi en kun je hier goed zien hoe de
mensen leven en dat er eigenlijk ook nog best veel armoede is. Arm, maar wel gelukkig. En dat is tenslotte het belangrijkste.

De laatste stop was Ho Chi Minh city. Weer een grote stad waar ik toch iedere
keer weer aan moet wennen. In Ho Chi Minh is veel te doen. We zijn naar het War
Remnanst Museum geweest, wat indrukwekkend was. Ook nog een aantal Nederlandse dingen gezien daar, want ja…de Hollanders waren overal tijdens oorlogen. Dat heb ik de afgelopen maanden wel gezien in alle musea waar ik ben geweest.


De volgende dag zijn we naar de tunnels gegaan. De gids liet zien hoe de
tunnels werden gemaakt, waarom in dat gebied en hoe ze daar leefden. Je kon
zelf ook een tunnel in gaan, maar ik koos er voor om dat niet te doen. Achteraf
was ik er erg blij om, want zelfs de grote stoere mannen die kwamen bezweet uit
de tunnels en zeiden: ‘Ben blij dat ik daar
uit ben.’ Niets voor mij dus, want ik hou absoluut niet van kleine ruimtes.

Verder vond ik Ho Chi Minh wel een leuke stad. Er is veel te doen en ook weer
makkelijk om rond te lopen.

Er werd verteld dat 60% van de werkende mensen in het toerisme werkzaam zijn.
En dat vond ik wel te merken in Vietnam. Wat ook opvallend was, was dat ik in 1
maand tijd bijna geen sterren heb gezien. Waarschijnlijk kwam het doordat het
regenseizoen er aan zat te komen (of is het toch de smog?!), maar miste de
sterren wel.

Op 15 juni was het tijd om te vertrekken. Ed ging naar Cambodja en ik naar
Bali. Eerst een stop op Kuala Lumpur, paar uurtjes wachten en dan een vlucht
naar Denpasar – Bali.

Update over Bali volgt snel. Heb nu wifi (wat ik in anderhalve maand tijd bijna
niet heb gehad), dus probeer alles weer even bij te werken.

Tot snel allemaal! Hoop dat alles goed met iedereen gaat.

Dikke kus

Laos – Vietnam

Deze keer een korter verhaal, want in Laos heb ik vooral genoten van de rust. 🙂

Op 16 april hebben we, Andy, Ed en ik de nachttrein van Bangkok naar Vientienne- Laos gepakt. Deze reis duurde zo’n 14 uur. Er werd gezegd dat het regelen van een
visum nogal een geregel zou kunnen zijn, maar dat viel uiteindelijk allemaal
wel mee. Formulieren invullen, pasfoto geven en 35 dollar betalen en de stempel
stond weer in het paspoort. De reis door Laos kon beginnen.

De bus bracht ons naar het busstation. Daar aangekomen kwamen de tuk tuk mannen alweer op ons af. Je moet goed opletten, want opeens zie je je tas een tuk tuk ingaan en zeggen ze: ‘kom, ik breng je naar een goed hostel.’ We vonden de prijs om ons naar het centrum te brengen te hoog, dus besloten we te lopen. Dit was maar een
kwartiertje, dus was goed te doen. Meteen maar even mijn dollars gewisseld naar
Kip en op zoek gegaan naar een hostel. We kwamen uit bij Saysolly. We zeiden al
tegen elkaar: zouden ze dat expres hebben gedaan? Omdat veel Aziaten de ‘r’
niet kunnen zeggen. Haha! Ed en ik hadden allebei wel trek gekregen, dus zijn
we lekker een stokbroodje wezen eten en Andy ging even een tukkie doen.

Vientienne is de hoofdstad van Laos. Het is een stad, die niet echt als een
stad aanvoelt maar wel enige sfeer mist. Het heeft wel veel historie en dus
hebben Ed en ik een fiets gehuurd en zijn we de stad rond wezen fietsen. Was
sowieso lekker om actief bezig te zijn en ook gezellig. Voor Ed was het even
wennen om rechts te fietsen, dus die volgde mij.

’s Avonds zijn Andy en ik naar een tempel gegaan waar je een traditionele
Laotiaanse massage kon krijgen. Het lag helemaal in de bossen en je had het
idee dat je bij mensen thuis was. De massage was erg lekker, ook al leek het
soms meer op een kraker. Haha! Na de massage voelde het in ieder geval weer
lekker ontspannen aan in mijn lichaam.

Ed besloot om naar Vang Vieng te gaan en Andy en ik zijn richting Luang Prabang
gegaan. Dit was een 14 uur durende busrit. Na 10 minuten kwamen we er al achter
dat asfalt een luxe ding is in Laos. Daarbij kwam kijken dat we hadden besloten
om met de lokale bus te gaan. Dit was een oude Koreaanse bus, zonder
airco.  En dat noemen ze dan VIP. VIP staat hier niet voor Very Important Person, maar voor Veel In Proppen. De bus zat bomvol, krukjes werden in het gangpad gezet en ja hoor..zelfs kippen werden mee de bus ingenomen. Haha!

We kwamen pas om 02:00 uur aan in Luang Prabang. Gelukkig was de tuk-tuk
chauffeur zo lief om ons te helpen met het zoeken van een hostel. We kwamen uit
bij Sokdee Guesthouse. Een familiehostel in een van de zijstraatjes, naast de
Mekong rivier. Luang Prabang was een heerlijke plek om te verblijven en dus zijn
we een week gebleven. De stad heeft veel historie, tempels, musea en
restaurantjes waar je heerlijk kunt eten.

We zijn een dagje wezen mountainbiken en wezen kayakken. Dit was wel even
afzien met 38 graden, bergje op bergje af. Halverwege moest ik toch even gaan
zitten met mijn hoofd die meer op een ontplofte tomaat leek. Eenmaal bij de
rivier aangekomen kwamen er 4 anderen bij en zijn we richting het olifantenpark
gegaan. Daar hebben we lekker gelunched en gewacht tot een stel klaar was met
hun ritje op de olifant.

Toen we de kayak instapten dachten we; dit duurt waarschijnlijk maar een
uurtje. Maar 3 uur later kwamen we pas aan op de plek waar we opgepikt werden.
Nou, ik kon mijn armen amper meer voelen. De omgeving en de stroomversnellingen
die er af en toe waren, maakten gelukkig veel goed.

De volgende dag ging om 05:15 uur de wekker en zaten we om 5:45 uur al op de stoep te wachten op de aalmoesprocessie, de Tak Bat. We hebben een rustig plekje opgezocht waar niet veel toeristen waren.  De processie is een rustige, meditatieve
ceremonie, waarbij de monniken de gelofte van armoe en nederigheid demonstreren
en de leken Boeddhist het geven als een spirituele goede daad ervaren. Je kunt
wat rijst en crackers kopen van vrouwtjes die op de straat rondlopen, maar
eigenlijk hoor je het eten zelf te maken. In 45 minuten tijd hebben we denk ik
wel zo’n 250 monikken voorbij zien komen. Het was erg indrukwekkend en zeker de
moeite waard om zo vroeg mijn bed voor uit te komen. Iets wat niet zoveel
gebeurd 😉


Daarna zijn we naar de ochtendmarkt gegaan waar ze de meest bizarre dingen
verkopen. Vooral veel insekten, hagedissen, vogels, eenden en ganzen gezien die
voor je neus werden geslacht. Jammie..zo op de vroege morgen.
‘s Middags hebben we een tuk tuk gepakt en zijn we naar de mooiste waterval geeest die ik ooit heb gezien: de Kuang Si Falls. Het water was zo blauw, dat je bijna zou denken dat het nep was. Het heeft 7 verdiepingen en op sommige plekken kun je zwemmen. Ook al eten er wel wat kleine visjes aan je, was het zeker de moeite waard om hier heen te gaan.

Om weer even te ontspannen heb ik ook nog een yoga les gevolgd. Dat was echt heerlijk en voelde mezelf daarna weer helemaal klaar om door te gaan naar de volgende plek: Vang Vieng.

In Vang Vieng hebben we weer afgesproken met Ed. Ed had inmiddels een Poolse
jongen, Dan, ontmoet en dat klikte meteen erg goed. Ja..wat kan ik eens
vertellen over Vang Vieng. Vang Vieng is een plek dat bekend staat om te
feesten en tuben. Tuben gebeuren veel ongelukken mee. Langs de rivier zijn veel barretjes waar mensen goedkoop dronken kunnen worden, maar ja..dan moeten ze de tube weer in om de rivier af te gaan terug naar het dorp. Niet echt handig om zoiets te doen als je dronken bent dus. Wij besloten om een tube te huren, de barretjes voorbij te drijven en te genieten van de mooie natuur. Was heerlijk en rustgevend. Behalve ’s avonds, want toen bleek wel dat ik verbrand was 🙂

Uiteraard hebben we ook genoeg gefeest met zijn vieren, zo’n beetje alle
afleveringen van Friends en Family guy gezien (wat hier meer dan populair is)
en zijn Ed, Dan en ik ook nog een wandeling langs de bergen wezen maken.

Andy besloot om langer in Vang Vieng te blijven en Ed en ik zijn de bus
ingestapt naar de 4000 Islands. Na weer een 18 uur durende busreis kwamen we
aan in Pakse, daar moesten we weer een minibus in voor 2 uur en toen konden we
met een longtailboot naar het Don Det worden gebracht. Wow..wat een verademing
om daar aan te komen. Complete rust! We hebben de eerste 3 nachten bij Sunset
Bungalows overnacht, maar hier was het nog druk, voor Don Det begrippen. Daarna
zijn we naar Vixay Guesthouse verhuisd voor de volgende 6 nachten. Ja..we zijn
hier 9 dagen gebleven en hebben 9 dagen niets gedaan, behalve in een hangmat
gehangen, muziek geluisterd en genieten van het uitzicht. Ok..we hebben een
middag een fiets gehuurd om het eiland rond te gaan, maar daar was het ook wel
mee gezegd. Daarnaast was het ook nog eens super goedkoop. 1,50 euro per nacht,
per persoon in een bungalow met uitzicht op het water. Dat is goed te doen he
🙂

Op 16 mei MOESTEN we Laos verlaten, omdat onze visas afliepen. Ik had het
liefst nog 2 weken op de 4000 islands gebleven. Het was een heerlijk pauze in
mijn reis om even niets te doen en om te bedenken wat ik allemaal wil gaan doen
de komende tijd. Jullie merken al aan dit reisverhaal dat het niet lang is en
ik ook niet bijzonder veel heb gezien en heb gedaan, maar juist dat was
heerlijk!!

We zijn terug gegaan naar Vientienne en hebben daar onze visas geregeld voor
Vietnam en zijn de volgende dag de bus ingestapt. Op naar Vietnam!

Op 17 mei kwamen we, na een busrit van 28 uur!! aan in Hanoi. Wow..dat was nog
eens een avontuur. De bedden waren niet breder dan mijn heupen en kon mijn
benen niet strekken. Een Engels meisje was aan het huilen omdat zij een bed
hadden achterin de bus, maar wat weinig ruimte boven hun hoofd had. Het meisje
was claustrofobisch en was helemaal in paniek. Uiteindelijk besloot het stel om
de tas te pakken en niet met die bus mee te gaan. Ed en ik besloten onze plek
af te staan en zelf die ‘grot’ maar in te gaan. Tijdens een 28 urende busrit
leer je veel mensen kennen, dus het was best gezellig. Uiteindelijk bleven we
allemaal in hetzelfde hotel slapen in Hanoi en hebben we gezellige avondjes met
elkaar gehad.

In Hanoi zijn we naar het War Museum geweest wat erg interessant was. Buiten
stonden er veel oude gevechtsvliegtuigen, tanks helicopters. Verder hebben we
nog een bezoek gebracht aan het Ho Chi Mingh Mausoleum en zijn we de stad wezen
ronddwalen. Hanoi heeft een mooi centrum, maar het is er ontzettend druk. Er
wonen 6 miljoen mensen in deze stad en er rijden zo’n 1 miljoen scooters rond.
Genoeg dus 🙂

Ik ben inmiddels al in Ho Chi Minh city, maar ik zal binnenkort weer een update plaatsen over mijn belevenissen in Vietnam.

Dikke kus voor jullie allemaal!

P.s. Ik heb besloten om minimaal 3 maanden in Melbourne, Australie te gaan werken. Dus…mocht iemand nog iets weten qua werk/wonen. Let me know!